Wonen

De gebouwde omgeving verduurzamen, zo kan het!

We staan voor een grote uitdaging voor wat de gebouwde omgeving hier in Nederland betreft. Het zogenaamde Klimaatakkoord stelt namelijk dat de gebouwde omgeving in ons land tegen het jaar 2050 CO2-neutraal moet zijn. Dit heeft als gevolg dat er zo’n slordige 7 miljoen woningen evenals daarbovenop nog eens 1 miljoen andere gebouwen gasvrij dienen te worden gemaakt. Op dit ogenblik moet er echter vastgesteld worden dat het tempo waarmee er wordt gewerkt allesbehalve hoog genoeg is gelegen om deze doelstelling te kunnen halen. Gelukkig zijn er verschillende potentiële oplossingen voorhanden die hiervoor relevant kunnen zijn.

Huidige aanpak is onvoldoende

We kunnen niet anders dan te stellen dat de huidige aanpak voor wat het verduurzamen van de gebouwde omgeving in Nederland betreft onvoldoende is. Dat is onder meer het gevolg van het feit dat er vooral de focus wordt gelegd op de verduurzaming van panden die relatief eenvoudig aangepast kunnen worden. Het gaat hierbij dan met name om nieuwbouwwoningen. Voor deze panden geldt dat ze standaard al prima zijn geïsoleerd. Het enige wat nog moet gebeuren is dat ze van het gas gehaald dienen te worden. Voor andere gebouwen die deel uitmaken van onze gebouwde omgeving geldt uiteraard dat ze heel wat minder eenvoudig te verduurzamen zijn. Denk hierbij aan de gebouwen die:

  • Over een laag energielabel beschikken;
  • Nog helemaal geen energielabel hebben;

Bovenstaande geldt natuurlijk ook voor de gebouwen van particulieren. Het is onder meer een probleem dat de mate aan verduurzaming die is vereist binnen de huidige aanpak niet is vastgelegd. Bovendien ontbreekt op dit moment ook een concrete definitie over wat aardgasvrij ready nu precies betekent. Het is bijgevolg dan ook niet duidelijk of de maatregelen die worden doorgevoerd door woningeigenaren om te verduurzamen daadwerkelijk een concrete bijdrage zullen leveren aan de realisatie van een (toekomstige) gasvrije woning of niet.

Veelvuldig gebruik van maatwerk

Het verduurzamen van gebouwen die deel uitmaken van onze gebouwde omgeving gebeurt nu in de praktijk nog steeds zeer vaak per gebouw. Dit betekent dat dergelijke projecten niet alleen over eenmalig karakter beschikken, daarnaast zijn ze ook locatiegebonden en zijn er steevast andere partijen bij betrokken. Wanneer gebouwen wel gebundeld worden is er in de praktijk vaak nog steeds sprake van een te grote diversiteit. Hierdoor is het nog steeds onmogelijk om een eenduidige aanpak te kunnen realiseren. Het spreekt voor zich dat het realiseren van een versnelling op vlak van verduurzaming op deze manier nog steeds onmogelijk is.

De contingentenaanpak kan een oplossing bieden

Willen we klimaatdoelstelling voor onze gebouwde omgeving tegen het jaar 2050 behalen? Dan zijn er daarvoor op jaarbasis zo’n slordige 50.000 woningrenovaties met duurzame bouwmaterialen – TNO vereist. Wanneer we dit gaan omrekenen per dag komt dat neer op zo’n slordige 1500 renovaties. Wanneer we dit gerealiseerd willen krijgen zal er toch echt een aanzienlijk snellere energietransitie moeten worden verwezenlijkt. Omwille van deze reden pleit TNO voor het hanteren van een andere aanpak. Voor deze nieuwe aanpak geldt niet alleen dat ze de huidige bouwvoorraad tot zomaar 70 procent voordeliger kan maken, bovendien kan het verduurzamen niet alleen sneller, maar ook veel efficiënter gebeuren. Voor deze aanpak geldt dat ze betrekking heeft tot het clusteren van gebouwen in zogenaamde contingenten. Het uiteindelijke doel is om een verduurzamingsoplossing te creëren welke kan worden toegepast op alle gebouwen die zich binnen hetzelfde contingent bevinden.

 

 

Dit vind je misschien ook leuk...